Twee panden staan naast elkaar eenzaam en alleen in de Oostpolder, bij Noordlaren. Het ene bewoond, het andere is onbewoonbaar. Niet omdat het in slechte staat is. Nee, het gebouw aan de Meester Koolweg is gevuld met een elektromotor op een betonnen fundering.
Het is een gemaal. Een monumentaal gemaal zelfs. Het staat op de monumentenlijst van het rijk. Het is nog steeds in functie. Het water uit de sloten van de polder stroomt aan de westzijde het gemaal in. Met een vijzel wordt het onder het gemaal door via een lange rechte uitstroom aan de andere kant geloosd naar het Zuidlaardermeer.
Het stoomgemaal De Oostpolder werd in 1914 gebouwd in opdracht van het toenmalige gelijknamige waterschap. De aanleg ervan was nodig omdat de in 1862 gebouwde poldermolen bij langdurige winstilte de waterstand in de polder onvoldoende kon verlagen.
De levering van de bemalingsinstallatie werd gegund aan de Stoomketel-, Machine- en Motorenfabriek D.H. Landeweer en Zoonen uit Martenshoek (bij Hoogezand), die in die tijd veel meer stoommachines en -installaties leverde voor gemalen en fabrieken, niet alleen in Noord-Nederland, maar ook daarbuiten.
In 1940 wordt een nieuwe, elektrische bemalingsinstallatie in het gebouw geplaatst, uitgevoerd door de N. V. Machinefabriek Spaans uit Hoofddorp. In 1995 wordt die installatie deels vervangen door een modernere, die nog steeds zijn werk doet. De elektromotor uit 1940 is nog in het gemaal aanwezig. Een plaatje op de motor laat zien dat deze werd geleverd door de firma E.M.F. Dordt uit Dordrecht.
Met de vervanging in 1940 van het stoomgemaal door een elektrisch gemaal werd de windmolen overbodig. Midden jaren ’50 werd deze afgebroken. Nu is de molen te zien in het Nederlands Openluchtmuseum in Arnhem.
Het gebouw van het gemaal stamt dus nog uit 1914. Het is opgetrokken in een rode baksteen. Het zadeldak is rietgedekt. De foto toont de voorgevel die wordt verlevendigd door siermetselwerk in verblendsteen en muurankers. In deze oostgevel bevinden zich drie staande, getoogde ijzeren vijftienruits vensters en in de top een ijzeren roosvenster.
De entree van het gebouw is aan de noordzijde. Daar bevindt zich een gevelsteen waarin de namen van het toenmalige bestuur van het waterschap zijn vereeuwigd: “1914, J. Veldman voorzitter, O. Kloots Hzn, O. Kloots Kzn, en A. Hoenderken Ezn.”
Het voormalig stoomgemaal en de kolk vormen gemaal is een rijksmonument omdat ze van algemeen cultuurhistorisch belang worden geacht als voorbeeld van een tot elektrisch gemaal omgebouwd stoomgemaal met in- en uitstroom uit 1914. De sobere, maar zorgvuldige vormgeving met decoratieve elementen, de hoge mate van gaafheid van het exterieur van gemaal en kolk en de markante ligging in het open veld spelen daarbij een voorname rol.
En dat tweede pand dan, naast het gemaal? Daar stond tot 1994 een dienstwoning. Deze is gesloopt en vervangen door een nieuwbouwwoning. Die heeft – uiteraard – geen monumentenstatus. Maar daar zullen de bewoners niet om malen, bevoorrecht als ze zijn om op die prachtplek te resideren.
De informatie in dit bericht is grotendeel ontleend aan het Monumentenregister van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.