Gemoedelijk en kleinschalig. Een beetje amateuristisch ook. Dat was het eerste paardensportfestijn dat Hippisch Centrum de Onneresch in Onnen gisteren organiseerde. En in die kwalificaties lagen nu juist de kracht en de charme van het evenement.
Een verademing was het dat er geen luidsprekers hingen waar schetterende muziek uit schalde, of de opgewonden stem van een jolige omroeper die aankondigt dat over 5 minuten op veld 4 de dressuur in de klasse meisjes B start. Integendeel, hier heerst rust. Het getrappel van paardenhoeven, de heldere stemmen van ‘voorlezers’ die op de dressuurvelden de deelnemers zeggen welke figuren ze moeten rijden. Onbegrijpelijke kreten voor de hippische leek, zoals “Van E naar F, 5 meter recht, daarna andere hand”, maar na verloop van tijd klinkt het vertrouwd en ga je het missen als de stemmen even zwijgen.
Meer dan 100 combinaties, met veelal jeugdige tot zeer jeugdige ruiters, kwamen aan de start in de disciplines dressuur en springen. Bij het eerste onderdeel, de dressuur, is het aardige van dit soort kleinschalige evenementen dat de juryleden vanuit een op het veld staande auto de deelnemers beoordelen. En een auto van zo’n paardenman is natuurlijk van het merk Mercedes.
Bij het springen waren de hindernissen aandoenlijk laag. Kniehoog, zo ongeveer. Een mensenknie welteverstaan. Een beetje paard zou er zonder met z’n ogen te knipperen zo overheen moeten kunnen stappen. Maar zo eenvoudig is dat niet voor de gevoelige viervoeters.
Vooral hindernis 2, die bestond uit twee balken met daartussen een plank, boezemde de nerveuze beesten veel angst in. Zoveel zelfs dat haast elk paard meerdere keren weigerde, en sommige combinaties er in het geheel niet in slaagden de hindernis te nemen, zelfs niet na een stuk of tien pogingen.
Maar dat mocht de pret niet drukken. Natuurlijk, de rijders waren gespannen, en dus hun paarden ook. En teleurgesteld als het niet lukte. Maar het was een leerzame ervaring.
En aan het eind van de dag hadden ruiters, paarden en publiek een leuke dag gehad.
En net als twee weken geleden bij het Festival Appèlbergen vraag/hoop ik: is dit het begin van een nieuwe traditie?