Het was nat de afgelopen tijd in de oostelijke polders. Weilanden stonden plasdras of zelfs geheel blank. Zoals hier in de Oosterpolder, gezien vanaf de Waterhuizerweg.
De Ooster-, Onner- en Oostpolder – gelegen naast respectievelijk Oosterhaar, Onnen en Noordlaren – zijn onderdeel van het Zuidlaardermeergebied, dat weer deel uitmaakt van het beekdalsysteem van de Hunze. Het water uit Oost-Drenthe wordt via de Hunze, het Zuidlaardermeer en het Drentsche Diep afgevoerd, uiteindelijk richting Waddenzee. Vroeger stond het beekdal in najaar en winter onder water. Zompig en moerassig was het er.
Doordat de mens de stand van het water naar zijn hand ging zetten – inpolderde en drooglegde voor bewoning en landbouw – verdween de natte biotoop die voor veel vogels en planten van levensbelang was.
Het Groninger Landschap wil nu het natuurlijke systeem in het gebied weer zoveel mogelijk terugbrengen. Dat lukt aardig. Zompig en moerassig is het in ieder geval al.