Onlangs zwengelde Hein Bloemink in Haren de Krant de discussie aan over de verpaupering van panden. Zijn stelling luidde, kort door de bocht: ’t moest verboden worden. Aanleiding was de toestand van twee panden aan de Meerweg. Een daarvan is dit.
Het pand is inderdaad behoorlijk verkrot. Als het in het gebied van de aardgaswinning zou liggen, zou iedereen zeggen: zie je wel, schade door bodemdaling.
Ook de naastgelegen woning is niet het toonbeeld van een goed onderhouden pand. Volgens Bloemink is het een jaar of tien onbewoond, maar het ziet eruit alsof er nog steeds iemand domicilie houdt.
Hoe dan ook, ik ben het fundamenteel met Bloemink oneens. Het zal mijn liberale geest zijn, maar ik vind dat iedereen in principe zelf moet weten wat hij met zijn bezit doet. En als het iemand – buurman of gemeente – dat niet bevalt, dan moet die het pand maar voor een marktconforme prijs overnemen.
Voorlopig blijft het voor fotografen een aardige plek om zich uit te leven.
Gelkinghe 11 april 2008
Zulke panden halen het algemene beeld zeer omlaag, gaan ten koste van de aantrekkingskracht en benadelen dus andere mensen in hun woongenot en nering. Als kinderen het bovenste pand binnenkomen en ongelukken krijgen, dan zijn de rapen voor de gemeente Haren gaar. Als ik het in die gemeente voor het zeggen had, zou ik dus een plan voor alternatieve bebouwing maken en een onteigeningsprocedure starten.
Haren Foto 13 april 2008
@ Gelkinge: tja, dat is zo, je zal er maar naast wonen. Aan de andere kant: als je buurman een boerderette bouwt, dan ben je ook lekker… Zoals dit pand, waar Haren de Krant zo lyrisch over doet: http://www.harendekrant.nl/nieuws.asp?bericht_id=202551. Vreselijk!