Mannen laten hun hond uit. Vrouwen lopen of fietsen met hun dochter. Een paar kinderen hebben hun hengels uitgeworpen in de vijver. Even verderop racen enkele jongens op buitenmodel skelters over de paden. Het is druk op zondagmiddag in het Boeremapark.
Het park, dat in de jaren ’30 van de vorige eeuw als werkverschaffing werd aangelegd, vervult een belangrijke recreatieve functie in Haren, waarvan vooral gezinnen met kinderen gebruik maken. Maar het gevaar van verloedering dreigt, ondanks een uitstekend initiatief van omwonenden – die zich verenigden in de Stichting Boeremapark – om zelf een actieve rol te spelen bij het verbeteren van de kwaliteit van het park, een initieatief dat door gemeente van harte werd omarmd.
Dat heeft helaas nog niet geleid tot een blijvend ideale situatie. Al bij het betreden van het park wordt de bezoeker gewaarschuwd voor het vóórkomen van blauwalg in de vijver.
Of het dan verstandig is dat de fontein het met de bacterie besmette water vrolijk in het rond staat te vernevelen, zodat parkbezoekers lichtjes worden gedoucht, waag ik te betwijfelen.
Enkele tientallen meters verder staat een bankje er wat verweesd bij. Natuurlijk, je kunt nog prima zitten op twee planken en met één plank als leuning, maar het nodigt niet erg uit. Bovendien loop je het risico je kleren open te halen aan de uítstekende bouten waarmee de ontbrekende planken ooit bevestigd waren.
De nabijgelegen monumentale bank ter nagedachtenis aan initiatiefnemer burgemeester D. Boerema – die vorig jaar nog in opdracht van de gemeente fraai werd gerestaureerd – is er intussen al weer niet veel beter aan toe. Op de herinneringssteen is rode verf gespoten en op het zitgedeelte ontbreekt het onvermijdelijke hakenkruis – wat trek (jonge) mensen daar toch zo in aan? – niet.
Naast de bank ligt een omgewaaid of omvergetrokken boompje zielloos en bruinig tussen het frisse groen van struiken die niet het loodje hebben gelegd.
Ondertussen doet een hondenbezitter zijn best de hoeveelheid voedingsstoffen in het park een positieve impuls te geven. Dat zal de blauwalg prettig vinden. Wel jammer dat kinderen die daarna het gras betreden met poep aan hun schoenen zullen thuiskomen.
Als het gaat om het inbrengen van teveel nutriënten wedijveren de honden trouwens met de steeds brutaler wordende (soep)ganzen (Anser anser forma domesticus). Bij nadering van een wandelaar rukt dit pluimvee in slagorde op, kleine kinderen daarbij omverduwend, in de hoop op hompen oud brood, om vervolgens – als de verwachte overtollige broodkruimels uitblijven – luid gakkend van hun verontwaardiging kond te doen, terwijl ze gifgroene keutels op gras, voetpad en oppervlaktewater deponeren, waarbij rondvliegende donsveren de excrementen van een vrolijk toefje voorzien.
Nee, er is nog wel even werk aan de winkel in het Boeremapark. En het park verdient dat. Want het is prachtig.