De visplas Sassenhein – met een tweepoot op het eind, niet te verwarren met een dorp in Zuid-Holland – is bij vele Harenaars bekend. Geliefd voor een zomerse wandeling of een rondje scheuveln in de winter. Na afloop een glaasje wit op het fraai aan het water gelegen terras of een warme chocomel met slagroom in de serre van het monumentale paviljoen.
Minder bekend is het gebied bestaat uit twee plassen. Behalve de Noord-plas bij het paviljoen is er nog een waterpartij: de Zuid-plas, die – u raadt het al – iets ten zuiden van de andere vijver ligt. De Noord-plas is ontstaan aan het eind van de 19e eeuw ontstaan als gevolg van turfwinning: een petgat. De Zuid-plas is van veel later datum. Die onstond in 1970 bij het afgraven van zand ten behoeve de aanleg van de A28. Het zandgat werd eigendom van de visvereniging in ruil voor het deel van de Noord-plas dat ze moest afstaan omdat het tracé van diezelfde A28 er liep.
De naam Sassenhein is overigens afgeleid van de namen van de eerste eigenaar van plas en paviljoen, Hein Aalderink, en diens vrouw Saskia, beiden verwoede hengelaars. Aalderink kocht de plas en het omringende natuurgebied in 1909 en richtte de Hengelclub Groningen op. Bij zijn overlijden in 1939 liet hij het gebied na aan de hengelsportvereniging, met de uitdrukkelijke bepaling dat er een stichting moest worden opgericht voor het beheer, en dat plassen en gebouwen nimmer verkocht mochten worden.
Uiteindelijk is dat laatste als gevolg van ernstige financiële problemen bij de hengelsportvereniging deels toch gebeurd. In 2011 zijn het paviljoen en de andere gebouwen verkocht aan ondernemer Gert Bruns, die ook eigenaar is van diverse andere Harener horecagelegenheden, waaronder Astoria, dat al sinds 2009 de catering van paviljoen Sassenhein verzorgde.