Hunebedbouwers draaien zich om in hun graf

Vooropgesteld: ik ben geen zweverig type. Maar als ik bij het hunebed in Noordlaren ben, voel ik toch iets van magie. Dat er in wat we nu de gemeente Haren noemen 5000 jaar geleden al mensen rondliepen. En dat die in staat waren om tonnen wegende stenen op te stapelen tot  grafkamers.

De bouwers waren overigens geen Hunnen, maar behoorden tot het Trechterbekervolk, genoemd naar de vorm van het aardewerk dat in de hunebedden werd aangetroffen. Het waren de eerste boeren in onze contreien.

Hun bouwwerken zijn ouder dan de Egyptische piramides, ouder dan Stonehenge. Maar anders dan de bewoners van de Nijl-delta en de Britten zijn wij bepaald niet zuinig op onze prehistorische schatten. In de loop der eeuwen zijn vele hunebedden gesloopt zodat men de klein geslagen stenen kon gebruiken als verharding van wegen of voor de versterking van de zeedijken. Ook enkele muren van kerken en kerkhoven zijn uit gekloofde hunebedstenen opgetrokken.

Oorspronkelijk was van het Noordlaarder hunebed veel groter. Waarschijnlijk is in de 12e eeuw een deel ervan gesloopt. In de twee overgebleven dekstenen zijn nog altijd duidelijk twee boorgaten uit rond 1800 te zien, bedoeld om ze op te blazen. Door ingrijpen van Rudolf de Drews, afkomstig uit een bekend Groninger regentengeslacht en eigenaar van Noord- en Midlaarder buitenhuizen als Meerlust, de Bloemert en Meerwijk (zie ook mijn eerdere bericht over Meerlust), werd de vernietiging van het dolmen voorkomen.

En ook nu nog worden de hunebedden niet of nauwelijks beschermd, en worden ze geregeld vernield. Het is maar goed dat de hunebedbouwers geen weet hebben van de achteloze wijze waarop wij met hun monumenten omgaan. Ze zouden zich omdraaien in hun graf…

Verder Bericht

Vorige Bericht

3 Reacties

  1. Gelkinghe Groninganus 27 mei 2012

    Ik weet niet waar het vandaan komt dat De Drews de redder is, maar zijnn naam komt niet voor in het dossier terzake bij de Groninger Archieven: http://gelkinghe.weblog.nl/geschiedenis/hunebed-bij-noordlaren-was-bijna-opgeblazen/

  2. Haren in Foto's 28 mei 2012

    Meerdere bronnen op internet maken melding van de rol van De Drews bij de redding van het hunebed (zonder daarover specifiek te zijn, overigens), onder andere een pagina waar jij ook naar verwijst in jouw blogje. Daarin wordt gerefereerd aan een artikel van historicus H.M. Luning (dat zou zijn opgenomen in een uitgave van de Vereniging Dorpsbelangen Noordlaren uit 1987, en dat ik zelf niet heb geraadplaagd).

    Van veel ouder datum is het artikel “Over de oude begraafplaatsen van Drenthe” van Dr. D. Lubach, opgenomen in de uitgave Album der Natuur, 1873, pp. 197-244. Op pagina 203 schrijft Lubach:

    “Soms gelukte het ’t een of ander hunebed, waarover reeds het vonnis gestreken scheen, te behouden. Zoo verhinderde de heer DE DREWS door zijn invloed de vernieling van het hunebed te Noordlaren.”

    Lubach geeft hiervoor in een voetnoot als bron op: Dr. J. BOELES, Het hunebed te Noordlaren. In den Groninger volksalmanak voor 1845, bladz. 37.

    Die oorspronkelijke bron heb ik niet geraadpleegd, maar is op de Groninger Archieven in te zien. Het Album der Natuur staat integraal op internet (als pdf in oorsponkelijke vorm).

  3. Haren in Fotos 30 mei 2012 — Berichtauteur

    Ik heb vandaag in de jou wel bekende Groninger Archieven even de Groninger Volksalmanak van 1845 opengeslagen. Boeles schrijft daar op p. 37/38:

    “Immers in het laatst der voorgaande eeuw, had men in beide deksteenen, ten einde zich van dezelve te ontdoen en ze gemakkelijker te kunnen vervoeren, twee gaten geboord […], om ze met buskruid te laten springen, toen een en ander nog bij tijds door nu wijlen den heer de Drews ontdekt en voorgekomen werd.”

© 2024 - Haren in Foto's