Een eenzame conifeer staat wat verloren op een strook gras naast de kas. Scherp afgetekend tegen de witgekalkte ruitjes. Maar binnen in het glazen huis zie je een zee van orchideeën en anthuriums.
Een uit de hand gelopen hobby, noemt Frans Reinhart hun orchideeënkwekerij. Vroeger had hij een hobbykas van zes vierkante meter in z’n tuin. Maar 17 jaar namen hij en z’n vrouw Wilma de kwekerij aan het Westerveen, naast sporthal Scharlakenhof, over. Daar staat een kas van zesduizend meter in het vierkant. Daarmee zijn ze nog niet eens de grootse orchideeënkweker van Nederland. Maar ze hebben wél de meeste soorten, vertelt Wilma, trots maar bescheiden. En ze winnen veel prijzen met hun planten. De anthuriums zijn eigenlijk een erfenis; de vorige eigenaar van de kas teelde die. Frans en Wilma hebben het voortgezet. Zoals Frans op de bloemenveiling ook weleens een partijtje viooltjes op de kop tikt, die ze dan in de kas verkopen. Tussen al die bloemenpracht staan ook enkele verschrompelde conifeertjes. “Die kunnen wel weg,” zegt Wilma, “da’s niks meer”.
Misschien buiten planten, in een strook gras naast de kas?
