De wadi die in 2013 in het Hendrik de Vries-plantsoen is aangelegd, doet dezer dagen behoorlijk waarvoor hij bedoeld is: het bufferen van hemelwater voordat het op het oppervlaktewater wordt geloosd.
De vijver op de hoek van de Vondellaan en Multatulilaan is flink gevuld. Da’s mooi, zowel voor de waterhuishouding als voor de passerende fotograaf die een aardige reflectie van de aanliggende flatgebouwen waarneemt.
Wel wordt er door omwonenden en gebruikers van het plantsoen sinds de aanleg van het waterafvoersysteem geklaagd over het waterpeil en de zompige plassen in het parkje. Blijkbaar werkt de wadi – “een waterberging die de afvoerpieken bij grote regenbuien vertraagd afvoert” – niet zoals sommigen wensen.
Al eerder besteedden we aandacht aan deze wadi. En aan de welhaast onsterfelijke zin die een toenmalige voorlichter van de gemeente Haren uit zijn of haar toetsenbord liet rollen, namelijk “Ook worden wadi’s aangelegd in de vorm van wadi’s”. Een zin die tot nadenken stemt. Is hier sprake van geestelijke luiheid of zit er een diepere gedachte achter? Kunnen wadi’s ook worden aangelegd in andere vormen, bijvoorbeeld in de vorm van een vijver? Je weet het maar nooit, dus zekerheidshalve nemen we maar aan dat hier een mededeling van filosofische aard werd gedaan.
Hoe dan ook, de wadi die merentijds droog staat, brengt nu in de praktijk wat het erbij geplaatste bordje uitlegt.