Deze VW T2 bus, gezien aan de Middelhorsterweg, rijdt tenminste echt groen.
Dit in tegenstelling tot al die zwaar gesubsidieerde elektrische auto’s die zelf dan misschien geen schadelijke stoffen uitstoten, maar rijden op elektriciteit die voor een groot deel wordt opgewekt met zeer vervuilende steenkool of omstreden kernenergie. Om nog maar te zwijgen van het feit dat de milieuvervuiling van het produceren van het accupakket van een e-auto gelijk staat aan 8 jaar rijden met een conventionele auto.
Voor de accu’s is bovendien lithium en kobalt nodig. En niet zo weinig ook. Zo heeft VW berekend dat het bedrijf voor de productie van elektrische auto’s 130.000 ton kobalt nodig heeft. De wereldproductie van dit metaal bedraagt echter slechts 123.000 ton. De winning van lithium en kobalt gaat ook nog eens gepaard met veel lokale milieuschade en kinderarbeid.
Volgens de Consumentenbond is de moderne dieselauto net zo schoon als een e-auto. Daarbij is overigens alleen gekeken naar de uitstoot van de auto zelf. De emissie in de elektriciteitscentrale is dan nog niet meegerekend. In werkelijkheid is een nieuwe dieselauto dus schoner dan een elektrische.
Tenslotte wordt slechts 16% van de wereldwijde CO2-emissie veroorzaakt door autoverkeer. De intensieve veehouderij, zeescheepvaart en luchtvaart zijn veel grotere klimaatverpesters.
De eigenaar van deze VW-bus hoeft zich dus niet echt schuldig te voelen, al doen de steeds verder oprukkende milieuzones waarin hij zich met zijn klassieke benzineauto niet mag vertonen – een typisch voorbeeld van symboolpolitiek – anders vermoeden.
Hij of zij rijdt tenminste echt groen.