Een geliefd onderwerp op verjaardagsvisites en in de kroeg: de benzineprijzen. Dat ze zo hoog zijn (wat klopt, vooral omdat de overheid er zoveel belasting over heft), en dat ze wel stijgen maar nooit dalen (wat aantoonbaar niet klopt).
En dat je in Frankrijk veel goedkoper kan tanken, wat ook klopt. Maar dan wordt gemakshalve even vergeten dat die goedkope benzine vooral verkrijgbaar is bij (dure) hypermarchés, waarvoor je vaak een eind moet (om)rijden.
Nee, dan Nederland. Daar vind je altijd wel een pomp in de buurt. En kan je kiezen voor je favoriete merk, met je favoriete spaarsysteem en de lekkerste koffie.
Alleen al in Haren tellen we vijf benzinestations, en net buiten onze gemeentegrens, bij De Punt, bevindt zich nog een zesde verkooppunt.
Om d’een of d’andere reden vormen benzinepompen voor fotografen een intrigerend onderwerp. Omdat ze vaak wat achteraf liggen. Omdat ze er soms wat desolaat uitzien. Omdat ze in het duister of de schemer iets mysterieus hebben.
En als je dan ook in het verleden bij een oliemaatschappij hebt gewerkt… Ja, dan moet je als fotograaf die benzinestations binnen je gemeentegrenzen natuurlijk wel vereeuwigen.