Hoewel twee jaar geleden geheel nieuw aangelegd en vergroot, maakt het P+R parkeerterrein bij het station gelukkig nog steeds een wat desolate indruk. Door het Oostblokkantoorgebouw aan de noordzijde en vooral door het braakliggende terrein ten zuiden van de parkeerplaats, waar de nieuwe brandweerkazerne is gedacht.
Dat het P+R-terrein aan die kant meestal vrijwel verlaten is – iedereen parkeert zijn voertuig zo dicht mogelijk bij het station – draagt in niet geringe mate bij aan de wat onheilspellende atmosfeer die vooral bij duisternis van het gebied uitgaat. Als de lantaarns hun schijnsel werpen op het grauwe asfalt en het geometrische patroon van straatklinkers en stoeptegels waartussen het onkruid al welig tiert.
Onder diezelfde lantaarns, aan de rand van het parkeerterrein, staan twee wat smoezelige vouwcaravans. Tijdelijk gestald of afgedankt? Kentekenplaten ontbreken, maar met grove kwaststreken zijn netjes kentekens op het witte polyester aangebracht. Op beide wagens dezelfde cijfer-lettercombinatie – dat dan weer wel.
Nog vervreemdender is de bladblazer die bovenop een van de campers ligt. Toch niet bedoeld om de klep bladvrij te houden? Over de andere wagen is een zeiltje gespannen. Daar is geen bladblazer nodig. Maar goed ook, want aan deze bladblazer heb je niet veel. Er ontbreekt een essentieel onderdeel: de motor.
Nee, hier is duidelijke iets niet pluis. Harry, hol schon mal den Wagen!